Bepalen veranderende natuurfenomenen historische gebeurtenissen?
Brengen moderne klimaatsimulaties opheldering om toekomstvoorspellingen te maken?
Na de laatste grote ijstijd is het klimaat redelijk stabiel gebleven, maar wisselden klimaatschommelingen mekaar af. Warmere periodes tijdens de Romanisering en de vroege Middeleeuwen in Europa. Het was warmer dan in de 20e eeuw! Er groeiden wijnranken in Engeland en perziken in Vlaanderen. De kolonisatie van Groenland door de Vikingen (10e tot 15e eeuw) werd mogelijk.
Maar tijdens "de kleine ijstijd" (1430 - 2e helft van de 19e eeuw)werd dit alles niet meer mogelijk: koele zomers, herfstachtige atmosfeer, sneeuw en ijs van november tot april. De koudste periode in N/W -midden Europa situeren we in de 16e en 17e eeuw. Tot 1850 bereikten de gletsjers hun grootste uitbreiding.
Systhematische observaties zijn er pas vanaf 1850-1900. Voordien moeten we wisselende klimaatomstandigheden afleiden uit andere bronnen : natuurlijke archieven of secundaire documenten : o.a. stadsrekeningen of schilderijen. Wie kent niet de winterse taferelen op de doeken van Brueghel of schaatspret bij de Hollandse meesters in de gouden eeuw.
Waren het spontane klimaatveranderingen?Bepalen veranderende natuurfenomenen historische gebeurtenissen?Brengen moderne klimaatsimulaties opheldering om toekomstvoorspellingen te maken?
Volg met ons het boeiend verhaal van Dr. Jonas Roelens - via de kunst - rond een beklemmend actueel thema.
Toegang : 10€ / DF-cultuurkaart 8€.
